Het landschap dat voortdurend verandert door de tijd, de invloed van het weer en het ingrijpen van de mens, vormt de voedingsbodem voor Lydia’s beeldend werk. Het zijn haar eigen observaties van de natuur en persoonlijke interpretaties van het landschap.
De cyclus van ontluiken, groei en bloei, het verval, sterven en weer opnieuw ontkiemen bepaalt het verschil in vormen, kleuren en sfeer die zo kenmerkend zijn voor deze verschillende stadia. Dit natuurlijke proces, het ritme van de verandering, de herhaling of het continue verloop vertaalt Lydia in haar beelden.
Door gebruik te maken van sjablonen en verschillende druktechnieken ontstaan er seriematige werken die, omdat zij hierin weer tekent en schildert, nooit identiek zijn maar daardoor wel een grote samenhang krijgen. Eenheid in verscheidenheid. Het is een wirwar van kronkelende vormen, laag over laag - het werk groeit letterlijk onder haar handen als een ‘écriture automatique’. Getekende muziek, niet staccato maar vloeiende romantiek. Het biedt ruimte aan de verbeelding.
Niets is wat het lijkt en steeds valt er weer iets nieuws in te ontdekken omdat de werking van de verschillende materialen, de ragfijne lijnen en in elkaar stromende kleurvelden steeds andere vormen laten verschijnen. Zijn het takken, bladeren, bloemen, mossen, is het zeewier of is het een schelp? Net zoals in het landschap dat constant in beweging is en de natuur niet eenduidig is geldt dit ook voor haar werk.
Lydia studeerde tekenen en schilderen aan de Academie voor Beeldende Vorming in Tilburg.